zondag 1 maart 2009

Buiten-Europese machinebouw: CE-COMPLIANCE NIET GEGARANDEERD

Machinebouw in het buitenland leidt soms tot allerlei verwikkelingen. Simrax BV uit Kerkrade bestelde bijvoorbeeld in de loop der jaren diverse productielijnen in Japan. Die bleken niet aan de eisen voor CE-markering te voldoen. Bij de tweede en derde lijn werd Pilz Nederland ingezet om de machines veilig te maken. Je zou denken dat een machine op maat en in Europa bestellen simpeler is, maar dat blijkt in dit geval een misrekening.

Simrax maakt afsluitingen voor assen. Die worden bijvoorbeeld gebruikt in pompen voor de automobielindustrie en vaatwasmachines. Het doel van die afsluitingen en de werking is vrij simpel. De afsluiting bestaat uit twee koolstof platen die met een veer tegen elkaar gedrukt worden. De te verpompen vloeistof zorgt voor de smering van het systeem, maar mag natuurlijk niet naar buiten doorlekken. Simrax maakt deze afdichtingen in een Japanse productiestraat van elf machines en daar zit meteen ook het veiligheidsrisico.

Inkoop
Roger Janssen en zijn vader Leo leggen uit dat de achtergrond van de problematiek in feite de organisatie van de inkoop is. In 1996 is Simrax overgenomen door het Duitse Freudenberg. Een paar jaar later is dat bedrijf door het Japanse concern NOK overgenomen. Wij kwamen toen onder het Japanse bedrijf EKK te vallen. Nu zijn 60% van onze aandelen in eigendom van Freudenberg en 40% van EKK. Het Japanse moederbedrijf EKK koopt wereldwijd de machines in. Dat doen zij bij een kleine machinebouwer in Japan met circa 35 medewerkers. Onze rol in de inkoop is relatief klein. We kunnen weliswaar de specificaties opstellen, maar er is geen vrije keuze in leverancier. Allereerst wil je in een fabriek uniformiteit. Een nieuwe leverancier leidt tot problemen met reserve-onderdelen die je niet kunt uitwisselen en ook de bediening is anders. Bovendien is er nog het kostenplaatje van de investering. Onze derde lijn is even duur bij meer functionaliteiten dan de tweede die we zes jaar geleden hebben aangeschaft. De koersval van de Yen ten opzichte van de Euro is daarvan de oorzaak. Onze huidige leverancier is dus goedkoper dan een eventuele Europese concurrent, al betekent het niet per se dat hij ook gelijkwaardig daaraan is."

Grote thuismarkt
Roger Janssen: "Er staan drie van dit soort lijnen bij ons in Nederland. Wij zijn meteen ook de enige Europese afnemer. Er staan nog twee van deze lijnen in China, twee in Korea, één in India en vier in Japan. Voor de rest bouwt de fabrikant vooral machines voor de thuismarkt. De eerste productielijn is geleverd voor Duitsland. Die heeft daar driekwart jaar gedraaid en is op belangrijke punten aangepast door een van Freudenberg's dochterbedrijven, een gespecialiseerd consultancybedrijf. Overigens was dat werk niet helemaal naar behoren uitgevoerd. Toen we onze tweede lijn bestelden, hebben we contact opgenomen met Pilz, die de eerste lijn heeft onderzocht. Zij stelden dat de eerste lijn weliswaar wettechnisch gezien voldeed, maar dat een volgende lijn absoluut veiliger kon. Zij hebben die tweede lijn aangepast. In de praktijk bleek Pilz een goede keuze. Niet alleen omdat de machine nu veiliger is, maar ook doordat Pilz de aanpassing bijna drie maal goedkoper deed dan het consultancybedrijf van Freudenberg. Wij vonden dat opvallend."

Communicatieprobleem
Wanneer een nieuwe, derde, lijn moet worden aangeschaft, zou je denken dat de Japanse fabrikant de door Pilz geïmplementeerde verbeteringen overneemt. Leo Janssen: "Dat is niet gebeurd. Natuurlijk zijn we voor deze investering een paar keer in Japan geweest. Het bleek in de praktijk heel moeilijk om Japanners op technisch niveau te bereiken. Men is welwillend, maar hun Engels is daarvoor ontoereikend. Dat gold in iets mindere mate voor ons moederbedrijf EKK, maar ook daarmee was het contact over CE-eisen moeilijk. Overigens had dat ook met onze eigen achtergrond als werktuigbouwer te maken. Je hebt dan toch minder verstand van elektrotechniek en vanuit die positie is het ook al lastig spreken. Uiteindelijk hebben we besloten om de machine wel veiligheidstechnisch te laten voorbereiden, maar de daadwerkelijke afbouw door Pilz te laten uitvoeren. Die werkwijze bleek minder gecompliceerd en uiteindelijk ook goedkoper." De aanpassing bestond uit het trekken van de juiste bedrading, het plaatsen van deurcontacten en het voorbereiden voor plaatsing van de besturing en I/O-modules. Er werd ook een aantal andere knoppen geplaatst. Roger Janssen geeft een voorbeeld: "Voor een noodstop gebruiken wij de bekende rood-gele knop, maar standaard is dat op deze machine een niet zo opvallende zwarte knop. Dat is al tekenend voor de manier waarop japanners tegen machineveiligheid aankijken."

Niet spanningloos
Arjen Verhoeven is de manager van de solutionsafdeling bij Pilz. Daar worden oplossingen voor klantproblemen gezocht en gevonden. "90% Van de bedrijven komen bij ons met vragen over machineveiligheid. Ook Simrax kwam een aantal jaren terug met zo'n probleem bij ons binnen. Men had in Japan een productielijn besteld. Die zag er van buiten goed uit en leek ook te doen wat voor dit soort apparatuur verplicht is. Zodra een afscherming werd geopend, sloeg de desbetreffende machine uit. Het veiligheidsprobleem bestond concreet uit het feit dat de machine wel tot stilstand kwam, maar de spanning van 230V er gewoon op bleef staan. In theorie zou het dus mogelijk zijn dat de machine tijdens werkzaamheden of omstelling onverwacht zou gaan draaien, met alle (on)voorstelbare gevolgen van dien."

Pilz komt dit soort problemen in de praktijk vaker tegen. Verhoeven: "Dit probleem heeft een cultureel- en een bouwtechnisch aspect. Je merkt dat de veiligheidscultuur in Europa totaal anders is dan in Japan of de VS. De machinerichtlijn die wij hier gebruiken is bij die buitenlandse leveranciers onbekend. Als je het heel cru stelt gaat men er in Japan van uit dat je een eigen verantwoordelijkheid hebt en zelf moet besluiten welke risico's je neemt en hoe je eventuele problemen voorkomt. In deze visie is het plakken van een veiligheidssticker op de machine voldoende. In Europa daarentegen gaan we ervan uit dat de machine dusdanig veilig moet zijn dat een blind paard nog geen probleem kan veroorzaken. We dekken het probleem dus niet af met een verwijzing op een sticker, maar maken de machine zo dat er geen ongelukken kunnen gebeuren."

Risicobeoordeling
In het geval van Simrax werd een uitgebreide risicobeoordeling gedaan bij de nieuw geïnstalleerde productielijn. Bij zo'n analyse worden de geldende normen, voorschriften en gangbare processen vastgesteld en de grenzen van de machine vastgelegd. Daarnaast worden alle gevaren binnen de totale levenscyclus van de machine onderzocht en vindt uiteindelijk een risico-inschatting en -beoordeling plaats. Daaruit volgt een aanbevolen aanpak om de risico's te beperken. In de beoordeling van de productielijn bij Simrax kwam naar voren dat een overall-beveiliging ontbrak, waardoor de productielijn qua veiligheid niet verder kwam dan klasse B in EN954. Verhoeven: "Dat heeft te maken met de manier waarop de producent de productielijn heeft samengesteld. In diens visie was het een samenstel van losse machines die samen een productielijn vormen. Wij gaan juist van het omgekeerde uit: een productielijn bestaat uit een samenstel van geïntegreerde machines. Het is dus in feit één machine met verschillende onderdelen. Dat heeft gevolgen voor de manier waarop je de productielijn veilig maakt. We hebben over de hele lijn een PSS3006 toegepast. Dit is het besturingssysteem voor de veiligheid. Daarnaast zijn alle elf machineonderdelen via een SafetyBUS-netwerk verbonden.

Het voordeel van het SafetyBUS-netwerk is dat de veiligheidssensoren, zoals noodstoppen en hekschakelaars, in de schakelkasten van de deelmachines kunnen worden bedraad op veilige remote-I/0 modulen. Dit zorgt voor minder bedradingswerk en verlaagt de kosten aanzienlijk.

Herhaald probleem
De problemen met de derde productielijn zijn dus niet nieuw. Verhoeven: "Bij de nieuwe lijn, bleek de fabrikant niet in staat om de problemen volgens onze normen aan te pakken. In de praktijk willen niet-Europese fabrikanten vaak niet meedenken, omdat ze volledig voorbijgaan aan het belang dat wij aan veiligheid hechten. Bovendien moet je ook de afstand niet onderschatten. Die kan bijdragen tot veel communicatieproblemen. De nieuwe productielijn is uiteindelijk geleverd in vrijwel dezelfde configuratie als de vorige. Het verschil was dat deze lijn op onze werkzaamheden was voorbereid. Daardoor konden we het besturingssysteem en de I/O-modules veel sneller monteren en inregelen. Dat was voor Simrax dus wat goedkoper."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten